Zwerkbal

Zwerkbal is de populairste sport in de tovenaarswereld en wordt door vrijwel iedereen gevolgd. In een team zitten zeven spelers, een wachter, drie jagers, twee drijvers en een zoeker. De wachter moet er voor zorgen dat de drie jagers niet scoren met de slurk. Dit is een bal die ongeveer zo groot als een voetbal is. Het spel wordt vliegend op je bezem gespeeld en scoren doe je door in 1 van de op vijftien meter hoogte geplaatste ringen die als doelen fungeren te gooien.
De twee beukers, dit zijn zwarte ballen, worden gebruikt om het andere team te raken. Het is aan de drijvers om het eigen team te beschermen en om juist het andere team proberen te raken. Tenslotte is er de gouden snaai, ter grootte van een walnoot en zoals de naam al doet vermoeden, goud van kleur. De snaai is de belangrijkste bal in het veld. Als hij gepakt wordt door een zoeker krijgt het team 150 punten, dit betekend bijna altijd een overwinning. Het is echter niet gemakkelijk om de snaai te vangen, hij is extreem snel en wendbaar en natuurlijk heel klein.

De regels voor zwerkbal werden voor het eerst vastgelegd in 1750. Een time-out mag genomen worden met een maximale lengte van twee uur. Verder zijn toverstokjes toegestaan op het veld, ze mogen alleen niet gebruikt worden. Net als in ieder ander spel worden er natuurlijk vele tactieken gebruikt zoals de beroemde Spatsky schijnbeweging (een zoeker doet alsof hij de snaai ziet maar trekt vlak voor de grond weer op). Misschien wel het belangrijkste bij het zwerkbal zijn de bezems (misschien maak ik nog eens een overzicht van de verschillende soorten en hun eigenschappen). Ze hebben zich over de jaren zo ontwikkeld dat ze steeds comfortabeler, sneller en mooier worden.

Verder is het niet gemakkelijk om scheidsrechter te zijn en vooral vroeger niet. Er is zelfs al eens een scheidsrechter overleden, naar verluid door iemand uit het publiek. Daarnaast is het ook heel zwaar om alle 14 spelers in de gaten te houden, de scheidsrechters hebben dan ook vaak last van hun nek. Verder moeten de scheidsrechters heel goed bestand zijn tegen gemene spelers om ze niet te betoveren.

Zwerkbal wordt gespeeld in een ovaal stadion en in het midden van dat stadion zit een cirkel waarvandaan de ballen worden losgelaten. Wanneer een goal wordt gemaakt, door de slurk door 1 van de drie ringen te schieten, dan krijgt het team 10 punten. Zoals al gezegd, de gouden snaai is de belangrijkste bal van het spel. Als deze wordt gepakt dan verdient het team 150 punten en dan is het spel bijna altijd afgelopen.

Er zijn in totaal 700 manieren om tijdens Zwerkbal een overtreding te begaan. Hierbij zitten wel de overtredingen als "Je mag een tegenstander niet met een bijl aanvallen" of "Je mag de bezem van een tegenstander niet in brand zetten" bij. Hieronder staan een paar van de spelregels die bij Zwerkbal gelden. De 700 regels zijn opgesteld naar aanleiding van de eerste finale van de eerste wereldcup in 1473. Bij deze wedstrijd vonden AL deze overtredingen plaats.

Een speler mag zo hoog vliegen als hij maar wil, maar hij mag het veld niet verlaten. Als ze het spel wel verlaten dan wordt de slurk aan de andere partij gegeven.
De aanvoerder van het team mag een timeout aanvragen bij de scheidsrechter. Dit is de enige tijd dat spelers met hun voeten de grond mogen raken.
Penalties mogen door de scheidsrechter gegeven worden, verder moet de scheidsrechter zelf ook heel goed kunnen vliegen en ze moeten zelf Zwerkbal kunnen spelen.
Fysiek contact is niet toegestaan bij zwerkbal, ook mag je niet wisselen, ook niet als je een blessure hebt.
Tenslotte kan een Zwerkbalwedstrijd alleen afgelopen zijn als de gouden snaai is gepakt of wanneer de beide aanvoerders aangeven dat ze willen stoppen.